Vooraf

Mijn vader vertelde me over een probleem. Hij had namelijk een afspraak met president Poetin van Rusland. Geen leuke afspraak, maar een afspraak die hij véél liever niet na kwam. Het begon met een ruzie(tje). Poetin was namelijk niet echt aardig voor zijn volk en had regels in zijn land die mijn vader niet echt rechtvaardig vond. Hij had daar wat van gezegd, maar dat vond Poetin niet echt leuk en begon een oorlog. Hij had al de helft van het land plat gebombardeerd, toen hij met een voorstel kwam; elke negen jaar zou mijn vader zeven jongens en zeven meisjes naar Rusland moeten sturen, om ze vervolgens nooit meer terug te zien. Poetin zou alleen van de afspraak afzien, als de jongens en meisjes in Rusland in twee dagen vijftig pagina’s met interessante informatie over andere landen zouden kunnen verzamelen. Mijn vader moest de ‘’uitdaging’’ wel accepteren, want Rusland had nét de nieuwste bom ontwikkeld, waarmee hij ons land nog sneller kon verwoesten.
Dit jaar zou mijn vader weer negen jongens en negen meisjes naar Rusland moeten sturen. Ik bood aan om mee te gaan en de informatie te verzamelen. Zoals ik al zei kan ik (redelijk ;) goed overweg met computers. Mijn vader twijfelde; hij wilde me niet weer kwijtraken, maar accepteerde toen toch. Dus ik ging, met zes jongens en zeven meisjes, naar Rusland.